25.4.08

weblogstukje zweefboeren en voetnootfetisjisme

Ochtend
Het is fris. Geen zon vandaag. Nog niet het is nog vroeg.
De merel-moeder die een lijster blijkt te zijn is al wakker.
Naast de glasbak ligt stenen fles. Korenwijn staat op het etiket.
De zwerver heeft de fles naast de glasbak neergelegd.

Alg-aanslag
Ren langs de Maas. De bankjes zijn groen uitgeslagen van de algen.
[Balkon schoonmaken niet vergeten]
Er liggen geen zwervers op de bankjes. Het zijn best comfortabele bankjes. Zouden de zwervers de algen-aanslag vies vinden. Zou ik zelf op dit bankje gaan slapen of er een stukje plastic onder leggen? Langs het water zit een man rechtop op een bankje. Hij heeft een plastic zak naast zich liggen op de bank.
Hij heeft iets in zijn hand. Een mobieltje? Waarom zou een dakloze geen mobieltje kunnen hebben.

Ochtend-fris
Je ruikt dat het ochtend is. De geur van de parfums, eau de toillette, badschuim, oksel-verfrissers is nog heel sterk. Snuif de luchtjes op. Als je blind bent weet je dat het ochtend is aan de nog verse pas toegevoegde badkamer-geuren.

De honden-mannen zijn er en nog een paar sporters.
Een mevrouw in een bloemetjes-short voert twee eenden en een duif.
Als het ochtend is lopen de eenden gewoon op het pad.
Ook de konijnen lijken zich niet te storen aan je aanwezigheid.
Ze springen gewoon door het gras, op het pad en weer het gras in.
Zelfs de vogels lijken minder schrikachtig als het ochtend is.
Zou het komen omdat ochtend-mensen heel rustig zijn of omdat ze zo lekker ruiken.

Niet te lezen
Neem me voor om vandaag niet zo'n lang blog-stukje te schrijven.
Als je te lang van stof bent, leest niemand je. Zou het zelf ook niet lezen.
Zo'n lang blog.

Rauwe vis eten
In de supermarkt ontbijt kopen. Het is tien minuten over acht. Ben de eerste klant. Als je de eerste klant bent wordt je verwelkomd met een goeiemorgen. Goeiemorgen, zeg ik. Ik hoop dat ze het niet erg vinden dat ik niet lekker ruik, terwijl het toch ochtend is. Ruik naar zweet van het sporten. Koop yoghurt, fruit en rauwe vis met rijst. Dat ik rauwe vis met rijst eet als ontbijt, zeg ik tegen niemand.

Zweefboeren
Bij de supermarkt koop ik een tijdschrift. Het tijdschrift zegt dat het goed gaat met het milieu. Ook een boos stukje over zweefboeren. Zweefboeren zijn boeren die aan energetische landbouw doen. Het zijn de boeren die in de krant hebben laten zetten dat er te weinig vitamines in de groenten zit. Dat komt door teveel ijzer in de grond. Ijzer is niet goed in de grond. Teveel Mars-energie terwijl de aarde toch vrouwelijk is. De journalist is ontzettend boos op de zweefboeren.
Hij gelooft niet in energetische landbouw. Ingestraald water doet teveel denken aan Yomanda.

Cradle to cradle
Ook een artikel over de cradle to cradle beweging.
Heb alweer een plastic tasje bij de supermarkt gekocht, terwijl ik me nog zo had voorgenomen dat niet te doen.
Kijk even hoe het met moeders de lijster is en maak een ontbijtje.

Middag
In de krant is het weblog van de dag: The Last Lecture van Randy Pausch. Het is een traditie op Amerikaanse universiteiten. The last lecture.
Wat zou je studenten willen vertellen als het je laatste college voor je overlijden zou zijn. De laatste lezing van Randy Pausch is echt zijn laatste want hij heeft kanker. De lezing kwam op Youtube terecht en is daar zo vaak bekeken dat er een boek uitgegeven is. De uitgeverij heeft de oplage totaal verkeerd ingeschat. Na twee weken is er geen exemplaar meer te krijgen. De oplage was zo laag omdat de uitgeverij ervan uitging dat Youtube-filmpjes kijkers geen boeken-kopers zijn.

Voetnootfetisjisme
Nieuw woord geleerd vandaag. Voetnootfetisjisme.
Als je maar 1 hit op Google krijgt met een woord, dan is dat knap.

Naast obligaat voetnootfetisjisme is er een opvallende biografie van Hagar Peeters over Valerie Solanas, de vrouw die bekend werd doordat ze Andy Warhol neerschoot. Warhol is de man die voorspelde dat roem in de toekomst nog maar een kwartier zou duren, en bij Solanas kreeg hij prompt gelijk. Zij verdween als bij toverslag van alle krantenpagina’s toen de volgende dag Robert Kennedy werd doodgeschoten. Solanas blijkt de auteur te zijn van de beroemde, in Nederland door Andreas Burnier overgenomen zin: Een man zal een rivier van snot en braaksel overzwemmen als hij weet dat hij aan de overkant een vrouw mag neuken.


Fijne rechter hersenhelft
In de krant een artikel over de neuroanatoom [wat is een neuroanatoom?] Jill Bolte Taylor. Ze kreeg een hersenbeschadiging waarbij haar linker-hersenhelft uitviel. Dat deel van de hersenen houdt zich bezig met verleden en toekomst. Logica en verplichtingen. [Apollinisch?]
Haar rechter-hersenhelft die volledig in het hier en nu leeft nam het over.
Terwijl ze niet meer kon spreken nog taal begrijpen, beschrijft Tayler haar ervaring als zeer euforisch. [Dionysisch?] Ze voelde zich één met de energie om haar heen. Haar spanningen waren weg en ze voelde zich licht en vredig.
Een zweef-anatoom als het ware.
Ze is weer volledig hersteld, maar zegt. Ik kan nu als ik wil in het bewustzijn van de rechter hersenhelft stappen waar ik the life power of the universe ben, een met alles wat is.
Ik geloof dat we hoe vaker we kiezen voor onze rechter hersenhelft, hoe meer vrede we de wereld brengen.

Luister naar een Holland Doc documentaire over de filosoof Gilles Deleuze.
Luister naar een Holland Doc documentaire over Martha Nussbaum.

Met hagel schieten
Zeg een opdracht af .
De reden studeren vanaf 1 september.
De opdracht is minimaal twee weken full time op locatie en dat kan niet meer.
Wat ga je studeren vraagt de opdrachtgever.
Culturele wetenschappen, zeg ik.
Dat is schieten met een schot hagel, zegt de opdrachtgever en bedoeld dat niet flauw.

Dit blog is alweer veel te lang geworden en het is nog niet eens avond.

Anna

terug naar de voorpagina >>

24.4.08

weblogstukje

Avond
Een brandweerauto komt sirenes aan de straat in rijden. Stap op mijn balkon om te kijken. Kijk naar rechts naar de uitgerukte brandweermannen. Kijk naar links in het gezicht van Buurman en zijn vrouw. We moeten allebei lachen om de gretige nieuwsgierigheid van het-uit-het-raam-hangen-kijken-naar-sensatie-zucht

Ochtend
Op de renroute zijn ze er weer, de hondenmannen.
De lange slungelige man met langzame hond.
Morgen!
De kleine gedrongen kok van het eetcafé met de gespierde hond Gerda.
Morgen!
Ik ren ze voorbij en groet de vroege wandelaars.
Dat de hond van de kok Gerda heet weet ik omdat de kok zegt, Kom Gerda we lopen weer eens verder.
Hij zegt dat tegen de man in de scootmobiel die hem aan de praat houdt.
De man van de scootmobiel rijdt langs me op en wil wel vertellen waar het praatje over ging.
Gerda is nl. een pup uit zijn nest geweest. En Gerda kent hem nog.
Gerda is al op leeftijd en de man verbaast zich over het honden geheugen.
Omdat ik niet meteen iets terug zeg behalve, ja..ja..op gezette tijden denkt de voormalig hondenfokker dat ik hem niet versta.
Hij schakelt over in het Nederlands. Dat is toch gek hè, dat die honden dat onthouden.
Ja. ja, zeg ik hijgend en probeer de rook van zijn sjekkie niet in te ademen.

Middag
In de supermarkt laadt een oude man flessen port in zijn mandje. De flessen rinkelen tegen elkaar aan. Blijf even kijken en verbaas me over de hoeveelheid flessen die hij vandaag denkt nodig te hebben. Hij heeft een zwart rolkoffertje bij zich om de drankvoorraad te vervoeren.
Hij heeft verder niks nodig van eten.

Een auto rijdt met hoge snelheid de brug over en moet dan heel hard remmen voor het fietspad. Ik vraag me af wat mijn reactie zal zijn als de auto de overstekende fietsers geschept zou hebben.

Een vrouw loopt met haar man door de stad. Ze stoppen voor een speelgoedwinkel.
Buiten de winkel staan drie loopstokken voor kinderen. Het zijn grappige mannetjes met belletjes en vrolijke kleurtjes. Ze zijn op een ronde ton gemonteerd. De ton draait rond, zodat de wieltjes van de loopstokken draaien en het lijkt alsof de mannetjes rennen. De vrouw begint tegen de rennende mannetjes te praten. Ze is er kennelijk al eerder aan voorbij gelopen want ze zegt,
Ach, zijn jullie nu nog steeds aan het rennen?
Ach jongens, zijn jullie nu nog niet moe?
Zijn jullie niet moe? Wordt je daar niet moe van?
De rennende mannetjes zeggen niks terug uiteraard.

De zon schijnt op het nest.
Moeder is even de benen gaan strekken de eitjes blijven vanzelf warm.


Loop de lange route naar de bouwmarkt [lichaamsbeweging] en kom langs de Timmerfabriek.
De restauratie is bijna klaar en het is erg mooi geworden. Een schilder staat voor het raam en poetst verfvlekjes weg. Hij zwaait en zwaai terug. Gluur door de hoofdingang naar binnen. Zie een intiem plaatje van een op de knielen zittende voorovergebogen bouwvakker met een te kleine broek. Een jongen herstelt de betonnen gevelrand. Het is stuken met cement en de jongen doet het heel kunstig.
Zie dat hij nog erg jong is en dan al zo handig.

In de bouwmarkt zijn de tuinmeubelen in de aanbieding maar ik heb geen tuinmeubelen nodig. Als ik de groene aanslag van mijn oude meubels poetst zijn die nog prima te gebruiken. In de bouwmarkt zegt de verkoopster me goeiendag en zeg hoi terug.

Werk aan drie boeken tegelijk, Maxwell, Pascal en Mendel en vraag me af waar deze mannen ook alweer beroemd om geworden zijn. Ondertussen kijk/luister ik naar Holland Doc een documentaire over een man die een bankoverval gepleegd heeft om de sex-veranderings-operatie van zijn vriend/vriendin te betalen.

Avond
Moeders is terug gekomen en zit weer op haar nest. Ze zit gezellig naar buiten te kijken en ik denk dat ze me al een beetje kent. Bij de glasbak staat een zwerver het etiket van een stenen fles jenever te lezen. Hij maakt er zachte instemmende geluidjes bij. Bij de galerie bij het hotel wordt een film opgenomen. Of ik alsjeblieft niet door het licht wil lopen zegt een meisje met een walkie-talkie. Voor de galerie staat een tafel met catering-eten. Filmen is vooral wachten. De meeste mensen van de crew zitten te wachten. Ze eten druiven en knabbelen op stukjes appel. De galerie-houdster zit op een regisseursstoel op het stoepje voor haar galerie.
Zij moet ook wachten.

Op de voorpagina van de krant staat een foto van een cola-spuit-fontijn-festijn. Veel mensen in blauwe plastic capes die allemaal tegelijk een fontein maken van een fles cola. Dat kan door er een snoepje Mentos in te stoppen. Een hype op internet die de krant haalt. Zou het toch waar zijn dat het nieuws steeds trivialer wordt.

Kijk op Holland Doc naar een documentaire over internetgebruik onder jongeren. En hoe ouders zich zorgen maken over het MSN-gedrag van hun kinderen. Werk verder aan een boek over koken. Weet nu voor eeuwig wat een 'oeuf hamine' is maar dat is kennis waar je niks aan hebt. Had een stukje willen schrijven over het Apollinische en Dionysische aspect van bloggen en waarom er behoefte bestaat aan anoniem bloggen. Dat is er niet van gekomen. Wel vond ik nog dit stukje van André Klukhuhn. Een filosofische rechtvaardiging van het plezier in drinken.

Nietzsches borreluur

Verschrikkelijke eenzaamheid van de laatste stamgast! Hij wordt van alle kanten door de muren aangestaard. Gieren zweven boven hem. En zo roept hij naar de barkeeper: Geef mij vergetelheid! Vergetelheid!
[vrij naar Friedrich Nietzsche]
Menig drinker voelt zich gehinderd en zelfs bedreigd door de vreselijke gevolgen die alcoholgebruik kan hebben. Met elke slok schijnen er immers miljoenen hersencellen tegelijk het loodje te leggen. Maar omdat desondanks het verlangen naar alcohol even moeilijk te weerstaan blijft, is er, met name in intellectuele kringen waarin het bezit van onaangetaste hersenen hoog wordt gewaardeerd, grote behoefte aan een filosofische rechtvaardiging van het plezier in het drinken. Die rechtvaardiging an gevonden worden bij Friedrich Nietzsche.

In de opvatting van Nietzsche wordt het toneel van het leven beheerst door het dramatische kooigevecht tussen twee driften, belichaamd door de halfbroers Dionysus, god van de wijn en de roes, en Apollo, god van de orde en de bezinning, zonen van Zeus. De dionysische roes betreft de extase van het chaotische, zichzelf scheppende en vernietigende leven, zo tomeloos en afgrondelijk dat het de mens niet is gegeven die zonder verschrikkelijke gevolgen te kunnen doorstaan. Wat er daarom tegenover gesteld moet worden is de koele, heldere, apollinische droom, de vorm waarin het van zichzelf vormloze dionysische wordt gegoten, of de sluier waarin het niet direct te aanschouwen dionysische zich hult, het masker waarachter het zich verbergt. In de theoretische reflectie van het apollinische wordt, kortom, de extatische roes van het dionysische geobjectiveerd of voorstelbaar en aanschouwelijk gemaakt.

Maar, zegt Nietzsche, met het verschijnen van Socrates, de eerste uitgesproken theoretische mens, heeft Apollo in de bloedige strijd te zeer de overhand gekregen. Sedertdien heeft de mens van zijn meningen, ideeën en theorieën keiharde, gevoelsbestendige voorstellingen gemaakt, waarmee het pijnlijke en angstaanjagende dionysische in een wurgende houdgreep kan worden genomen, maar heeft tegelijk daarmee het bruisende en scheppende leven volledig buitengesloten. Om in plaats van zijn theoretische, klimaatbeheerste bestaan weer een chaotischer, maar als zinvoller ervaren leven te kunnen leiden, zou de mens in het tweegevecht tussen de beide goden zonen Dionysus de helpende hand moeten reiken door de veel te rigide apollinische standpunten en meningen overboord te zetten.

Hij zegt dat je je niet door begrippen, maar door intuïties moet laten leiden
Om dat te bereiken is het nodig Apollo te verdoven en Dionysus te sterken met wijn en bier. De hele constructie van ideeën en meningen, blijken zeer goed oplosbaar in alcohol.

De abstracte ideeën en meningen die gesloopt moeten worden, hebben in de materiële wereld hun pendant in de gecompliceerde neurale netwerken die door de hersencellen worden gevormd en ook deze laatste hebben dus gelijkelijk te lijden van het dionysische ritueel. Maar na de gebruikelijke periode van geestelijk en lichamelijk herstel - ook hersencellen kunnen zich herstellen - kan het bevrijde intellect weer nieuwe en interessante ideeën en theorieën optrekken. 'En in dat oneindige universum', schrijft Italo Calvino in een van zijn Memo's voor het volgende millennium, 'openen zich steeds andere wegen om te verkennen, heel nieuwe of heel oude, stijlen en vormen die ons beeld van de wereld kunnen veranderen...'.
bron: André Klukhuhn


Anna

terug naar de voorpagina >>

7.9.07

de buurt

Sinds een week valt elke ochtend de regionale krant in de bus.
De eerste keer ben ik nog bij de buren gaan informeren of ze hun krant misten maar ze hadden hun exemplaar gewoon bezorgd gekregen.

Heb een kraslot op een pak Douwe Egberts koffie. Als je wint krijg jij en je buren 15.000 Euro voor onderhoud aan je huis.
Die 15.000 kan ik goed gebruiken en Buurman gun ik het ook best. Het dak lekt, de kraan lekt, de deur klemt. De elektra moet vervangen.
Kijk op de site of ik iets gewonnen heb. Heb niks gewonnen. Ben de enige bewoner in de straat die meedoet aan de DE actie. Heb een 'de koffie is klaar DE plaatje' op mijn voordeur. Niemand in de straat drinkt DE koffie. De kans op mijn 15.000 wordt nu wel erg klein.

De buren schuin tegenover hebben een kerkje gekocht. Ze gaan er een galerie in beginnen. Het is een stel. Twee vrouwen en een kindje. Ze zijn al een tijd bezig met verbouwen. Bij de kerk hoort een tuin. Toen ze er pas kwamen wonen hebben ze een boos briefje opgehangen. Een briefje op de poort. Of de mensen hun vuil ergens anders wilden gooien. De tuin lag vol met papiertjes, kartonnetjes en plastic. Twee dagen waren ze bezig om alles op te ruimen. Ik dacht die meiden komen van een dorp. Een dorp zonder zwerfvuil. In de straat staat een milieu-perron. Een eufemistische term voor een vuilstortplaats. Een gescheiden vuilstortplaats. Papier, glas, plastic apart. Niet alle vuil komt gescheiden in de container terecht. Het restvuil stapelt naast de verzamelbakken. Een briesje is genoeg om het te verspreiden. Papiertjes, kranten, folders. Het is een dagelijkse show. Het dwarrelt en waait door de straat en daalt neer in de tuintjes van de omwonenden die het gemak van zo'n stort voor de deur moeten bekopen met het ongemak van het zwerfvuil. Ik denk dat de nieuwe bewoners van het kerkje dat niet wisten, van dat airborn zwerfvuil. Ik vond het briefje niet zo sympathiek. Gooi uw afval waar u zijn moet. Alsof de buurt en masse papiertjes in de tuin van het kerkje gegooid heeft. Het briefje is allang weer weg en de galerie is nog steeds niet geopend. Vandaag loop ik er langs met een volle AH-tas. Een van de vrouwen is bezig de klimop los te trekken die het hekwerk rond de tuin van de kerk overwoekerd heeft.
Het groeit als een gek, zegt ze tegen mij.
Je hebt ook een grote tuin, zeg ik als ik kijk hoeveel klimop er nog verwijderd moet worden.
Hielden er maar meer mensen van. Ze zeggen, je moet er nu echt iets aan doen.
Wie zegt dat, zeg ik. De buurt?
Ze knikt.
Laat lekker groeien, zeg ik.
Dank je wel hè, zegt zij.

Langs de Maas loopt een vrouw op twee krukken. Ze tilt één van de krukken over het ijzeren hekwerk en wipt met haar kruk een leeg pakje Marlboro de Maas in.
Ze loopt aan me voorbij. Ik draai me nog eens om omdat haar handeling me verbaasd, maar zij draait zich ook om en ik heb net besloten om de komende twee weken geen agressie-opwekkende activiteiten te plegen. Zwijgen en doorlopen dus.

Op de wandelbrug over de Maas, twee trouwstellen. Een bruid met een wit boeketje en een bruid met een rood boeketje. Ze horen niet bij elkaar. Het is het fotogenieke van de locatie die ze samenbrengt.
De fotograaf drapeert de jurk en het bruidje moet op een van de stalen spankabels van de brug gaan liggen. Hij mag er gewoon naast staan. Onder aan de trappen staat de andere fotograaf. Hij heeft een groter duurder toestel en dit bruidspaartje wordt niet alleen gefotografeerd maar ook gefilmd door een cameraman met handycam. Op het plein maakt het stel een wals en de cameraman draait om hun heen. Hij zoomt niet in, hij rent en draait en cirkelt om het stel in tot groot vermaak van de klanten op het terras van Coffeelovers. Op het eind van het shot pant de cameraman het plein en eindigt in een pirouette met als eindbeeld de lucht. Hij krijgt nog net geen applaus. Onder de brug staat het rode boeketje stel in een ongemakkelijke pose. De fotograaf roept aanwijzingen. Hij staat te ver. Ze verstaan hem niet. Hij maakt de foto. Met flits. Op die afstand...
Doe boodschappen bij de AH. Bij de ingang van de winkels staan jongen gratis kranten uit te delen.
Wilt u een gratis krant?
Ik krijg de krant al gratis, zeg ik.
Oh oké, zegt de jongen.
Hoe dan, zegt hij even later verbaasd.
Gewoon in de bus, zeg ik.



terug naar de voorpagina >>

4.9.07

weblogstukje de macht van de groep

1
Vijf dames komen de coupé binnen. Ze zeggen, dat slapen kunt u wel vergeten tegen de man die beleefd rechtop gaat zitten.
We blijven zitten tot Den Haag. Misschien gaat meneer er wel eerder uit als Den Haag, lachen de vrouwen.
Ik niet. Ik ga er niet eerder uit als Den Haag. Ik zit rustig te lezen in de 9-persoon coupé waar de vrouwen zojuist zijn 'zugestiegen'.
Tot Den Haag is nog een half uur. Een half uur vrouwen gekwebbel en wat leuk dat er een man in de coupé zit.
Het is gelukkig geen stilte-coupé, zegt één van de vrouwen.
Het is wel een stilte-coupé, zeg ik.
Daar ligt er nog een te slapen, zegt een van de vrouwen.
Wat een ochtendhumeur zeg.
Ik had het ook niet in de gaten dat het een stilte-coupé is, zegt de man die ongewild gewekt is door de dames.
De vijf vrouwen proberen stil te zijn. Eén minuut houden ze het vol dan barsten ze tegelijkertijd in lachen uit.
Laten we maar ergens anders gaan zitten constateren ze.
Een half uur stil zijn is niet echt een optie.
Mopperend verlaten ze de coupé.
Ochtendhumeur, zegt de een tegen mij. Nou kan je weer gaan pitten, zegt de ander.
De man zegt niks en sluit zijn ogen weer. Misschien vond hij het wel aangenaam, vijf uitgelaten vrouwen die met hem flirten.

Op het internet kan je voorbeeld-kaartjes vinden die jezelf kan printen en uitdelen aan luidruchtige passagiers.
Er staat niet bij hoe je het agressie-opwekkende aspect kan pareren.

2
André Rieu heeft gedreigd om geen concerten meer te geven op het Vrijthof. De afgelopen reeks werd verstoord door luidruchtige cafégangers op het plein die hun eigen feestje vierden op de muziek van André Rieu. Als er een concert is mogen de cafés rond het plein geen alcohol schenken. Het is de bedoeling dat ze stil en aandachtig naar de muziek luisteren. Burgemeester Leers zegt Rieu te steunen en hard op te treden tegen overtreders.

Het is vijf uur. Terugreis in de trein. Spits. Zit in de stilte-coupé. Er wordt gebeld gekwebbeld en vergaderd. Er is kennelijk een kritische grens kwa aantal reizigers om rust af te dwingen in een treinstel.

D. en Y hebben een broodje tonijn gegeten van een stalletje naast Hotel des Indes. De verkoper had geen koeling. Ze zijn beide ziek geworden. Een allergische reactie. Het gezicht van Y was opgezwollen. Ze hebben in het ziekenhuis twee uur aan het infuus gelegen aan de antihistamine.

In Duitsland is een partij slachtafval, vlees van de categorie drie verkocht aan een keten van kebab-zaken. De eigenaar, 'de Miljonair' genoemd weet niet wat hij eraan moet doen. Hij heeft twee controleurs in dienst. Hij koopt het vlees zoveel mogelijk vers maar als het vlees diepgevroren is kan je niet zien of het bedorven is.

De televisie-kok Ramsey probeert slechtlopende restaurants weer vlot te trekken. In de eerste aflevering van het programma moet de kok een maaltijd bereiden voor Ramsey. Het lekkerste gerecht dat hij kan maken. De kok maakt schelvis. De vis is bedorven. Het volgende shot is een voorovergebogen Ramsey die buiten op de stoep van het restaurant de maaltijd uitkotst.

In de krant staat dat de huismerken frikadellen, loempia's en hamburgers van de grote supermarkten verontreinigd zijn met een bacterie en weggegooid moeten worden.

Bij Zomergasten een item over de oude meneer van de Valk. Hij heeft het over appelmoes en dat de mensen alles eten wat je ze voorzet. En als ze de appelmoes niet opeten gaat die gewoon weer terug.
Het is een mythe dat niet opgegeten eten opnieuw uitgeserveerd wordt, zegt Paul de Leeuw in Zomergasten.
Ik weet het niet voor alle restaurants. In het restaurant waar ik een blauwe maandag gewerkt heb gingen de niet opgegeten groentjes, de erwtjes en worteltjes hup terug in de au bain marie.

In de supermarkt neem ik een boodschappenmandje. Winkelen met boodschappenmandjes is verplicht. De mandjes zijn vies en vettig. Ik koop een zak chips. Weet effe niet meer meer wat je nog veilig kan eten.

Volgend jaar zelfde tijd, als de mensheid niet is uitgeroeid door bedorven voedsel, verzamelen op het Vrijthof en in driekwartsmaat zwijgen op de muziek van André Rieu. Walsen op de vulkaan.


terug naar de voorpagina >>

2.8.07

weblogstukje

Het is al donker.
Van het donker van het theater het donker buiten in. De korste weg naar het station. Station Hoofddorp.
De kortste weg naar het station Hoofdorp is door het park.
In het park lopen drie jongens. Ze kijken achterom.
Vandaag heb ik geen zin om bang te zijn en dat zal ik ze ook zeggen.
Dat vandaag niet de dag is om beroofd te worden.
De jongens hebben geen enkele interesse om me te beroven.
Er zit niks anders op dan het zware foto-statief en de paar kilo foto-aparatuur zelf naar huis te sjouwen.
Het staal van het statief is koud aan mijn handen. Ik klem het onder mijn elleboog.
De jongens lopen rechtdoor. Ik sla af naar het station. De kortste weg naar het station is door de nieuwbouwwijk.
De nieuwbouwwijk met bedachte huizen en bedachte mensen. Over het witte bruggetje en verdwalen in het kantorenpark.
Sommige plaatsen zijn eenzamer dan andere.
Hoofddorp is eenzaam.

De trein naar Amsterdam rijdt net weg en bij de kaartjesverkoopster snoepwinkel annex snackbar-combi trekken mannen de automatiek leeg en eten hun kroketjes aan sta-tafels op. Een kroketje is beter dan een frikandel maar de automatiek is leeg op twee frikandellen en een kaassoufflé na. Heb geen zin om 1.20 Euro te zoeken tussen het kleingeld en misschien hebben de mannen nog honger.
In de trein belt een vrouw haar verontwaardiging van zich af. Haar baas heeft een verhouding met zijn secretaresse. Vandaag hadden ze bitterballen op het werk. Hij bijt in een bitterbal en zegt. Haaa ballen.

Of ik aansluiting heb in Duivendrecht, vraag ik de conducteur.
Duivendrecht is helemaal niks meer met aansluitingen, zegt de conducteur.
U kunt er beter hier uit. Over tien minuutjes heeft u een trein.
Die tien minuutjes blijken 25 minuutjes te zijn. Heel slim om op de gok te gaan reizen.
Ben je helemaal vanuit Maastricht gekomen, vraagt Ursul de Geer.
De treinen rijden weer, zeg ik.
Niet met de auto?
Heb toch geen auto meer.
Kan A. je geen auto kopen van het honorarium dat hij verdient.
Nou dat...
Maar ik vergeet dat je bij bekende mensen helemaal niet hoeft te praten.
Alleen maar luisteren.

Station Amsterdam Zuid is nog kouder dan station Hoofddorp.
Het ligt pal naast de autoweg een extra reminder om nu eindelijk een nieuwe auto te kopen.
Heb je geen auto, zegt Ursul.
Dat zegt hij niet. Ursul is van adel. Hij zegt. Heb je geen ootoo?
Hij vertelt een financiële anekdote, gevolgt door nog meer financiële anekdotes.
Ik zeg niks. Luisteren is genoeg.
Huup Stapel rent het toneel op.
Hij is terecht. Mijn portemonnee is terecht. Hij zat in de wasmachine.
Ik had mijn portemonnee in mijn kostuum laten zitten en nu is hij meegewassen.
Mijn paspoort, mijn rijbewijs, mijn kaartjes, mijn pasjes. Alles is gewassen. Mijn geld...
Het financiële verhaal van de bekende acteur overstemt het financiële verhaal van de bekende regisseur.
Ze maken flauwe grapjes over geld dat gewassen moet worden.

Wat doen we met het wasbakje, vraagt de regisseur.
In de voorstelling wordt een wasbakje gebruikt en het goede wasbakje is nog niet gevonden.
In plaats van het goede wasbakje wordt een plastic teiltje gebruikt.
Ik ga vanmiddag op zoek naar het goede wasbakje zegt A. vermoeid.
Dat teiltje, blijft dat zo, zegt de lichtontwerper.
Er komt nog een ander teiltje, zegt A vermoeid.
De lichtontwerper loopt geïrriteerd het toneel op.
Zet het dan tenminste uit het zicht. Dat witte ding trekt alle aandacht. Zo kan ik geen licht maken.
Hij loopt het toneel op en zet het witte teiltje minder in het zicht.
Hij looopt snel en geagiteerd. Zijn schoenzolen klakkeren over de houten vloer.
Heb je je hakjes aan, zegt de bekende acteur tegen de lichtontwerper.


De repetitie begint. Na twee zinnen stopt de bekende acteur met toneel spelen.
Ben ik te verstaan, zegt hij.
Je bent heel goed te verstaan, zegt de geluidsman.
Maar ben ik te verstaan als ondertussen die viool speelt.
Dat vind ik toch zonde van mijn monoloog als ik moet concureren met het vioolspel.
Je bent uitstekend te verstaan, zegt de geluidsman.
Vanaf het begin, zegt de regisseur.
Dat ik het maar weet, zegt de bekende acteur.
De bekende acteur ziet me zitten in de zaal, zwaait en zegt. Dag dame.
Er zijn mensen die van een toevallige bezoeker publiek kunnen maken.
Dag Huub, zeg ik.
Huub zet onmiddelijk zijn Maastrichtse accent op. Dat vind hij leuk. Laten merken dat hij het nog kan. Limburgs praten.
Vanaf het begin, zegt de regisseur.
Wacht eens, zegt de actrice op de platte schoenen.
Je zegt nu wel dat ik dat trappetje op moet lopen.
Ik geloof best dat dat er goed uit ziet maar ik voel het niet.
Wat is de noodzaak om daar naartoe te lopen.
We gaan verder, zegt de regisseur.
Hohoho waar gaan wij naar toe, zegt de lichtontwerper.
Ik maak een loopje, zegt de actrice.
Waar je loopt is geen licht, zegt de lichtontwerper en gooit het zaallicht vol aan.
Nu is er overal licht. Ai. Dat kontrast is te groot. Van het sluimerdonker in het volle zaallicht aan.
Het loopje van de actrice wordt veranderd zodat ze wel in het licht staat.

Kom we gaan een waskom kopen, zegt A.

In de schouwburg van de stad met het winkelcentrum met dezelfde winkels als in alle andere steden met winkelcentra met dezelfde winkels, zegt A, ik moet een kom kopen.
Een kom?
Ja, een kom, een kom om je handen in te wassen.
Je kan de ontwerper niet erger straffen dan om hem rekwisieten te laten kopen en nu moet hij rekwisieten gaan kopen. Een kom.
De regisseur is heel beslist. Vandaag wil hij persé met de goede kom repeteren en niet met het plastic afwasteiltje dat tot nu toe dienst heeft gedaan als kom.
We lopen het winkelcentrum in. De winkels zijn hetzelfde als in alle andere steden. Hema, Blokker, Etos, AH, Hema, Blokker, Etos, AH.
Wat voor kom moet het zijn, vraag ik de ontwerper.
Een grote kom, een theatrale kom, een kom waar je je handen in kan wassen.
Hoe we ook zoeken, we vinden geen kom, maar de regisseur was heel beslist.
Vandaag wil hij met de goede kom repeteren en de ontwerper wil er ook vanaf zijn, van die kom. Hij wil de goede kom vinden zodat hij weer over andere dingen kan nadenken en niet over kommetjes.
Hier dan maar, zegt hij en loopt een dierenwinkel in.
We hoeven het toch niet te zeggen, zeg ik.
Op het toneel show ik als een volleerde Leontien Ruiters twee kommen.
Een chroom glimmende en een grijs gespikkelde aardewerk kom.
Twee kommen, een chroom glimmende hondenvoederbak en een grijs gespikkelde vogeldrinkkom.
De regisseur twijfelt niet. Hij kiest de hondenvoederbak.
Dit is precies de goede kom voor de voorstelling, zegt hij.

In het theater is de repetitie afgelopen.
De regisseur, de lichtontwerper en A, de decorontwerper bespreken de vorderingen.
Laat jij de kom zien, zegt A.
Ik loop het podium op en demonstreer de waskom.
Eerst de chromen hondenbak. Maak een dansje, een buiginkje en een loopje waar Leontien Ruiters jaloers op zou zijn.
Prachtig, die is het helemaal, zegt de regisseur.
Neem de nep-granieten bak die bedoelt is als vogeldrinkbak voor in de tuin en demonstreer de kom wederom met een dansje.
De regisseur heeft zijn belangstelling voor de wasbak alweer verloren.
Die is het, zegt hij en zet de hondenvoederbak in het decor.
Hij wil gaan eten. Er is zalm met pasta.
Hier dan is die voor jou, zegt hij en geeft me de vogeltjes drinkbak die in de illusie van het theater best wel als handen wasbak door zou kunnen gaan.
Wil je hem zelf niet hebben, vraag ik tegen beter weten in.
Hier die is voor jou, zegt de regisseur blij.
Mijn werk zit erop. Sjouw mijn statief, foto-apparatuur en een nep-granieten vogeldrinkbak richting trein.

In Eindhoven weer overstappen. Het waait niet maar het is nog een paar graden kouder geworden. Er staat een man met een hondje op het perron.
Ik kijk hem iets te lang aan.
Dahaag, zegt hij.
Dag, zeg ik. Nu snel doorlopen.
Ga zitten op een bankje en neem mijn blokje en pen.
Het is nu zo koud dat de inkt in de pen niet warm genoeg wordt om te vloeien.
Wie schrijft die blijft, zegt de man met het hondje.
Klap mijn blokje dicht. Het is toch te koud om te schrijven.
Gaat u ook naar Heerlen, zegt de man met een Brabants accent.
Maastricht.
Dat is de andere kant uit, zegt de man.
Zit ze nou te poepen, zeg ik en wijs naar het hondje.
De witte poedel heeft een klein drolletje gedeponeerd op de stenen van het perron.
Oh god, zegt de man gegeneerd. Even een papiertje zoeken.
Hij loopt naar de vuilnisbak.
Weet niet wat ik viezer vind. Dat de man in de vuilnisbak naar papiertjes gaat zoeken of dat zijn vingers naar hondenpoep gaan ruiken.
Hier, zeg ik en scheur een stukje papier uit mijn notitieblokje.
De man raapt de uitwerpselen met het papiertje op.
Het is gelukkig een harde, zegt hij.
En een kleintje, zeg ik.
Bedankt hè, zegt de man. Bedankt voor het papiertje.

Mick, dit is Mick. De eerste keer met de trein. Ze was zo bang.
Ze trilde en toen ze eenmaal in de trein zat wou ze er niet meer uit.
Dat is gek hè en ze weet het als we op stap gaan. Dan ga ik spullen pakken en dan wordt zij onrustig. Waar ik naar toe ga daar hebben ze ook een hondje. Misja. Dat hondje, Misja speelt niet graag met andere hondjes.
Met Mick wel. Als ik thuis ben en ik zeg Misja dan kwispelt ze en loopt naar de deur. Dat zeggen ze, dat honden niks merken maar dat is niet zo.
Ik heb twee poezen en een kater en daar heb ik water voor neer gezet en brokjes en dan kom ik zondag weer terug. Misja heeft geen ondergebit.
Net als ik eigenlijk.
Wat heeft u weinig bagage bij u, zeg ik tegen de man die een paar ondertanden mist.
Hij heeft een grote ronde buik. Zijn vest redt het niet om de volle omvang van zijn buik te omspannen. Hij draagt een donkere joggingbroek en slippers.
Daar staat mijn bagage, zegt de man op slippers.Hij wijst naar een volle zwart-wit geblokte Turken-tas, die een eind verderop op het perron staat.
Te zwaar, verklaart hij. Niet te tillen. Dat lijkt niet zo, maar die tas is zo zwaar. Ik heb de taxichauffeur extra geld gegeven om die tas te dragen. Hij blij en ik ook blij. Ik kan niet meer hè. Ik heb een open been gehad en mijn voeten waren zooo opgezwollen.En wie was het schuld. Wie was het schuld?
Ik weet niet wie het schuld was, zeg ik.
De man tikt zich op de borst.
Mijn rikketik. Mijn rikketik. Het hart hè. Als dat niet goed pompt.
Het sloeg niet vaak genoeg. En als het niet vaak genoeg slaat dan komt het bloed niet in de benen. Ik slik wel zes pillen op een dag. daar heb ik zo’n hekel aan. Pillen slikken. Plaspillen en pillen voor het hart en nog...da weet ik nie waarvoor die zijn. Ik lees de bijsluiters niet meer. Daar wordt je zo ongelukkig van. Da doe ik nie meer. He Mick, het is wa. Oh, ik heb mijn kaartje nog niet afgestempeld. Een goede reis nog en dank u voor het papiertje.


terug naar de voorpagina >>

23.9.06

weblogstukje

Acht uur, het is warm buiten, de aangekondigde regen en koele temperaturen zijn niet gekomen.
Ga rennen. Met dit weer is iedereen er. Buurman laat zijn honden uit. De eerste wandeling van vandaag, zegt hij. Hij gaat vier keer op een dag met zijn honden wandelen. Het zijn grote honden, ze zullen wel veel poepen.
Hardlopers zijn doodlopers, zegt de visser langs de Maas. Hij draagt slippers en grijze dikke sokken, blote benen onder een half lange broek, een geblokt hemd en een colbertje erover. Hardlopers zijn doodlopers.
Iedereen is er. De twee mannen met de honden. Ze gooien stokken in het water en de honden vissen de stokken er weer uit. Ze zeggen hoooi en ik zeg hoi terug.
De jongen met de dure sportfiets is er. Hij is te dik aangekleed voor dit weer en ik twijfel nog steeds of hij een zwerver is of niet. Kom hem elke dag tegen op de renroute. Hij fietst en gaat op het bankje zitten bij de plek waar de eenden altijd aan land komen wachtend op voorbijgangers met brood. De jongen op de fiets heeft geen brood bij zich, hij rookt een sjekkie en praat met de eenden. Hij zegt geen goedendag maar schud zijn hoofd als begroeting. Ren langs de Maas, langs het natuurgebied de Kleine Weerd, het is zaterdag, geen fietsers, op de terugweg staat de man met de donkere zonnebril met de mannen met de honden te praten. De man met de zonnebril is ook dik gekleed. Hij loopt langzaam, zijn rug stijf. Hij lijkt ziek. Hij lijkt pijn te hebben.
Met dit weer is iedereen buiten. Het zou vandaag gaan regenen. Ik zou vandaag gaan schrijven. Alle achterstallige artikels schrijven die ik van plan was.

Jenna belt vanuit NY. Het kan wel effe, zegt ze. Josch slaapt nog. Jana heeft net gegeten en ligt te spelen op haar gloednieuwe speelmat. Gekocht op Ebay.
Je bent wel vaak op Ebay.
Het is verslavend, zegt Jenna. Heb een tapijt gekocht, een groeistoel voor Jana, een kado voor Josch, een hobbelpaard. Het is verslavend. Het tapijt is voor Jana. Dan kan ze op de grond spelen i.p.v alleen in de box. Niemand anders heeft op het tapijt geboden en nu heb ik het. Het is knalrood. Ebay is verslavend. Het bieden. Je kan niet stoppen.
Heeft Jana al op het tapijt gespuugd?
Nog niet. Ja, een klein beetje maar dat zie je niet. Wat ga je doen vandaag?
Stukjes schrijven voor de weblog, maar heb tot nu toe gebeld en het is mooi weer. Te mooi weer om binnen te zitten achter de computer.
Ik ga verhuizen, zegt Jenna. Naar New Jersey. Vlak bij Karin.
Dan moet ik komen helpen verhuizen.
Dat gaat met mannetjes hier. Je moet wel komen kijken waar ik woon.
Ik moet dringend weer naar NY komen. Iemand heeft een abonnement genomen op Jenna's verhaal, terwijl er geen nieuwe verhalen bij komen.
Ja, dat moet. Ik ga naar New Jersey verhuizen, je moet mijn nieuwe appartement zien. Hoe gaat dat een abonnement nemen op je site? Kan ik dat ook?
Dat gaat via een programmaatje. Je neemt de feed op in het programma en dan krijg je automatisch nieuwe berichten binnen, hoef je niet steeds naar de site.
Dat wil ik ook.
Josch wordt wakker en Jana protesteert.
Ik ga je hangen, zegt Jenna.

Ga weer achter de computer zitten en maak een lijstje. Vandaag zal ik schrijven over het boek Oesters van New York van Mark Kurlansky en een artikel in de NRC over de oesterkwekerijen in Arcachon. Oesters zijn natuurlijke waterzuiveraars mits het water niet te vervuild is. De oesterkwekerijen in Arcachon worden bedreigt door de plezierbotenvaart-toerisme. Oesterkwekerijen nemen veel ruimte in en die ruimte wordt opgeëist door stadsbewoner met teveel vrije tijd en een boot. De boten laten veel vuil achter en dat is voor de oesters fataal.
Via de plezierboten zal ik een bruggetje maken naar het Westers materialisme beschreven in het boek van Ian Buruma, Occidentalisme, het westen in de ogen van zijn vijanden. Via Ian Buruma naar zijn laatste boek De gezonde Roker over de moord op Theo van Gogh en Pim Fortuyn en dat linken aan de voorstelling Volkert en Mohammed B. van het Nationale Toneel waar A. het decor voor ontworpen heeft. A. is theatermaker. Als hij niet theater maakt schildert hij. Hij werkt aan een schilderij van Icarus.
Over Icarus zal ik schrijven en zijn hybris en dat backlinken naar en eerder artikel over
hybris. Het artikel over hybris verwijst weer naar Buurman die zijn stenen tuinmuur per ongeluk omver getrokken heeft in een poging een dennenboom uit de grond te trekken.
Het weer opmetselen van het muurtje heb ik gefotografeerd en die foto's zal ik plaatsten want het is goed om tekst geregeld af te wisselen met beeldmateriaal. Foto's van mannen met ontblote bovenlijven en tatoeages die Buurmans muurtje opnieuw opmetselen. Ze liggen klaar om geplaatst te worden. Dat ga ik vandaag doen. Vandaag, zaterdag is een vrije dag. Een regenachtige dag zou het zijn. Dat is het niet. Geen dag om binnen te zitten.

Waarom ga je niet op het terras zitten, zegt Indy. Het terras in de haven dat is lekker rustig.
Indy houdt van boten en haven. Daar zou ik over kunnen schrijven en het botenverhaal van Indy linken aan de plezierboten die de Franse oesterbanken bedreigen.
Indy belt. Ze staat voor de deur met haar Chinese pleegzonen van acht en twaalf jaar. Ga je mee naar de film Garfield?
Na de film lopen we naar Specsavers. Indy heeft een bril besteld. Ik wou een rode ronde en nu heb ik een vierkante blauwe gekocht.
En nu?
Nu gaan we komkommers kopen.
Bij de AH?
Nee, bij een speciaal adres. De vader van de Chinese jongens heeft een restaurant en een speciaal adresje waar hij komkommers koopt.
Ga je mee komkommers kopen?
Ik moet een stukje schrijven voor de weblog, voor de hele week want ik heb geen tijd door de week. Wist je dat webloggers hun site vaak gebruiken om aan de man/vrouw te geraken? Daar wil ik niet mee geassocieerd worden. Op een prachtige zaterdag achter je computer zitten om een stukje te schrijven.
Waarom ga je niet op een terrasje zitten om te schrijven. Het terras bij de haven is erg leuk.
Een weblog schijnt een uitstekend medium te zijn om aan de man te geraken.
Dit is geen goed onderwerp. Indy is inbetween relationships.
Een weblog kost toch heel veel tijd, zegt Indy.
Hoeft niet. W. v/d B en Merel Roze die schrijven maar een paar regeltjes per dag. Dat is juist de kunst om maar een paar regels te schrijven en toch lezers te trekken. W. v/d B. schrijft over schroefjes. Hij ziet een schroefje op de grond liggen en verbaasd zich daarover. Dan is hij alweer klaar voor die dag. Jij gaat komkommers kopen, je hebt een vierkante blauwe bril gekocht terwijl je van plan was een rode ronde te kopen en je bent naar Garfield geweest.
En ik heb mijn schoenen naar de schoenmaker gebracht, heb het onkruid uit de tuin van mijn moeder gewied en moet zo dadelijk de koelkast leegruimen want die zit weer vol met eten over de datum heen en dat moet zonder dat ze het merkt anders wordt ze boos want mijn moeder is niet vergeetachtig zegt ze. En vanavond ga ik naar een close-harmony orkest.
Ik moet er niet aan denken om dat allemaal op te schrijven. Wie zit daar op te wachten?
Je aanstaande man.
Het terras bij de haven dat is een goede plek om te zitten zegt Indy.
Volgende week zaterdag ga ik schrijven. De dag is voorbij.
Volgende week zaterdag is het orkest van Servus. Het zigeunerorkest.
Zo wordt het niks met mijn schrijvers carrière.
Ga je mee komkommers kopen?

Ik ga schrijven. Ik zal schrijven over de Sinti, de zigeuners die geen zigeuner genoemd willen worden, maar Sinti of Roma of Kalderasch of Kale of Tschuchare... al naar gelang hun stam. Zoals een Eskimo geen rauw vleeseter genoemd wil worden maar Inuit. Een Neger in Amerika een Afro-American is en een Indiaan liever Indigino genoemd wil worden. Zigeuner is afgeleid van het Ziehender Gauner, wat reizende dief betekent. Ik zal schrijven over hun muziek en hun taal. Die nooit opgeschreven is. Ik zal schrijven over hun gebruiken en geheimen. Ik zal schrijven over het Sinti-feest waar ik toevallig terecht kwam en het verhaal afsluiten met portretten van hun gebeitelde gezichten want want het is goed om tekst geregeld af te wisselen met beeldmateriaal.

Maar eerst zal ik het verhaal afmaken over het nieuwe station Luik Guillemins. Luik Guillemins, het treurige treinstation dat geurt naar oorlog is niet meer. Het station krijgt een facelift, een futuristisch witte overkapping moet het station nieuwe allure geven.
Het verhaal zal eindigen bij de frietkot buiten het station. Het verhaal van de frietkot linkt met een eerdere post over de voorstelling Dochters van King Lear waarin kouwe schotels gemaakt worden met een slap blaadje sla. De post over blaadje sla linkt naar een post over mijn vader die fantaseerde over het openen van een automatiek en die post linkt naar een post over een pas geopende automatiek in NY.
Daarover zal ik een essay schrijven waarin ik betoog dat een automatiek niet trendy en sjiek kan zijn maar aards en greasy is net als de mensen die er komen eten.
Deze post zal geïllustreerd worden met foto's van frietkotten in België want het is goed om tekst geregeld af te wisselen met beeldmateriaal.
Via de frietkot en haar link met de onderkant van de samenleving terug naar het artikel over de Sinti die niet te verwart moeten worden met woonwagenbewoners die geen eigen taal spreken al wordt vaak het bargoens gebruikt. Veel van de Bargoense woorden zijn afkomstig uit het Jiddisch en Hebreeuws, omdat joden voor de Tweede Wereldoorlog een niet onbelangrijke bijdrage leverden aan de Amsterdamse penoze. Een Bargoens synoniem voor onderwereld is penoze, zegt Wikipedia.
Dan zou ik terug kunnen verwijzen naar het boek van Ian Buruma, Occidentalisme, het westen in de ogen van zijn vijanden, maar voordat je het weet heb je het dan over joden haat en als je daarover begint kan je niet de recensie over Zwartboek van Jessica Durlacher in de Haagse Post onvermeld laten waarin Jessica zich opwindt over de genuanceerde visie van Paul Verhoeven op WOII en als je Jessica Durlacher noemt kan je niet om haar man Léon de Winter heen. Zeg Léon de Winter en je kan Joris Luyendijk niet onvermeld laten en zijn boek Het zijn net mensen .
Als je Joris Luyendijk hebt gelezen kan je niet anders dan Eric Cambell's boek Absurdistan bespreken en dan een mening hebben over Gretta Duizenburg die weliswaar de Palestijnse kwestie behartigt maar dat publicitair niet erg handig doet.
Via slechte publiciteit zou ik linken naar een post over de herdenking van 9/11 waarin ik stel dat om doden die onder de aandacht gebracht worden meer gerouwt worden dan onbekende doden. Via die constatering zou ik research gaan doen naar Dyab Abou Jahjah de voormalig leider van Europese Arabische Liga die naar Libanon vertrokken is en zegt dat hij niet de doden van 9/11 herdenkt maar de doden in zijn eigen land die niet op televisie komen.
Via Abu Jaba zou ik een bruggetje terug moeten vinden naar het frietkot en vandaar naar de produktie Hemel boven Berlijn van Toneelgroep Amsterdam.
In het decor staat een frietkot als symbool voor het aardse en witte plastic stoelen als symbool van het globalisme. Ik zal een essay schrijven over de Engelen, de Hemelse Oorlog, Lucifer en de elfen die per ongeluk aan de verkeerde kant terecht zijn gekomen.
Ik zal Ola Mafaalani citeren die zich verbaasd over de toevalligheden die haar overkomen sinds ze zich in Engelen verdiept en ik zal me inhouden om geen essay schrijven over zinvolle coïncidentie van Jung en hoe alles met alles verbonden is. Dat zal ik niet doen. Dat zou hybris zijn.

De dag is voorbij en ik heb een lijstje gemaakt met mogelijke onderwerpen voor de weblog. Sinti en hun muziek, station Luik Guillemins, de schoonheid van een frietkot, de diepere betekenis van de witte plastic stoel, ontroert raken door een slap blaadje sla, de trillingsfrequentie van Engelen en hoe al deze zaken met elkaar verbonden zijn.
De dag is voorbij en ik heb een lijst maar geen weblogstukje geschreven voor de komende week.
Het is beter om beknopt te zijn. Te schrijven over een schroefje op de keukenvloer en je daarover verbazen.
Vier regels! Niet meer!
Al het andere is hybris.

16 september 2006


terug naar de voorpagina >>

13.9.06

Yeah



13 september 2006
more drawings...»