23.9.06

weblogstukje

Acht uur, het is warm buiten, de aangekondigde regen en koele temperaturen zijn niet gekomen.
Ga rennen. Met dit weer is iedereen er. Buurman laat zijn honden uit. De eerste wandeling van vandaag, zegt hij. Hij gaat vier keer op een dag met zijn honden wandelen. Het zijn grote honden, ze zullen wel veel poepen.
Hardlopers zijn doodlopers, zegt de visser langs de Maas. Hij draagt slippers en grijze dikke sokken, blote benen onder een half lange broek, een geblokt hemd en een colbertje erover. Hardlopers zijn doodlopers.
Iedereen is er. De twee mannen met de honden. Ze gooien stokken in het water en de honden vissen de stokken er weer uit. Ze zeggen hoooi en ik zeg hoi terug.
De jongen met de dure sportfiets is er. Hij is te dik aangekleed voor dit weer en ik twijfel nog steeds of hij een zwerver is of niet. Kom hem elke dag tegen op de renroute. Hij fietst en gaat op het bankje zitten bij de plek waar de eenden altijd aan land komen wachtend op voorbijgangers met brood. De jongen op de fiets heeft geen brood bij zich, hij rookt een sjekkie en praat met de eenden. Hij zegt geen goedendag maar schud zijn hoofd als begroeting. Ren langs de Maas, langs het natuurgebied de Kleine Weerd, het is zaterdag, geen fietsers, op de terugweg staat de man met de donkere zonnebril met de mannen met de honden te praten. De man met de zonnebril is ook dik gekleed. Hij loopt langzaam, zijn rug stijf. Hij lijkt ziek. Hij lijkt pijn te hebben.
Met dit weer is iedereen buiten. Het zou vandaag gaan regenen. Ik zou vandaag gaan schrijven. Alle achterstallige artikels schrijven die ik van plan was.

Jenna belt vanuit NY. Het kan wel effe, zegt ze. Josch slaapt nog. Jana heeft net gegeten en ligt te spelen op haar gloednieuwe speelmat. Gekocht op Ebay.
Je bent wel vaak op Ebay.
Het is verslavend, zegt Jenna. Heb een tapijt gekocht, een groeistoel voor Jana, een kado voor Josch, een hobbelpaard. Het is verslavend. Het tapijt is voor Jana. Dan kan ze op de grond spelen i.p.v alleen in de box. Niemand anders heeft op het tapijt geboden en nu heb ik het. Het is knalrood. Ebay is verslavend. Het bieden. Je kan niet stoppen.
Heeft Jana al op het tapijt gespuugd?
Nog niet. Ja, een klein beetje maar dat zie je niet. Wat ga je doen vandaag?
Stukjes schrijven voor de weblog, maar heb tot nu toe gebeld en het is mooi weer. Te mooi weer om binnen te zitten achter de computer.
Ik ga verhuizen, zegt Jenna. Naar New Jersey. Vlak bij Karin.
Dan moet ik komen helpen verhuizen.
Dat gaat met mannetjes hier. Je moet wel komen kijken waar ik woon.
Ik moet dringend weer naar NY komen. Iemand heeft een abonnement genomen op Jenna's verhaal, terwijl er geen nieuwe verhalen bij komen.
Ja, dat moet. Ik ga naar New Jersey verhuizen, je moet mijn nieuwe appartement zien. Hoe gaat dat een abonnement nemen op je site? Kan ik dat ook?
Dat gaat via een programmaatje. Je neemt de feed op in het programma en dan krijg je automatisch nieuwe berichten binnen, hoef je niet steeds naar de site.
Dat wil ik ook.
Josch wordt wakker en Jana protesteert.
Ik ga je hangen, zegt Jenna.

Ga weer achter de computer zitten en maak een lijstje. Vandaag zal ik schrijven over het boek Oesters van New York van Mark Kurlansky en een artikel in de NRC over de oesterkwekerijen in Arcachon. Oesters zijn natuurlijke waterzuiveraars mits het water niet te vervuild is. De oesterkwekerijen in Arcachon worden bedreigt door de plezierbotenvaart-toerisme. Oesterkwekerijen nemen veel ruimte in en die ruimte wordt opgeëist door stadsbewoner met teveel vrije tijd en een boot. De boten laten veel vuil achter en dat is voor de oesters fataal.
Via de plezierboten zal ik een bruggetje maken naar het Westers materialisme beschreven in het boek van Ian Buruma, Occidentalisme, het westen in de ogen van zijn vijanden. Via Ian Buruma naar zijn laatste boek De gezonde Roker over de moord op Theo van Gogh en Pim Fortuyn en dat linken aan de voorstelling Volkert en Mohammed B. van het Nationale Toneel waar A. het decor voor ontworpen heeft. A. is theatermaker. Als hij niet theater maakt schildert hij. Hij werkt aan een schilderij van Icarus.
Over Icarus zal ik schrijven en zijn hybris en dat backlinken naar en eerder artikel over
hybris. Het artikel over hybris verwijst weer naar Buurman die zijn stenen tuinmuur per ongeluk omver getrokken heeft in een poging een dennenboom uit de grond te trekken.
Het weer opmetselen van het muurtje heb ik gefotografeerd en die foto's zal ik plaatsten want het is goed om tekst geregeld af te wisselen met beeldmateriaal. Foto's van mannen met ontblote bovenlijven en tatoeages die Buurmans muurtje opnieuw opmetselen. Ze liggen klaar om geplaatst te worden. Dat ga ik vandaag doen. Vandaag, zaterdag is een vrije dag. Een regenachtige dag zou het zijn. Dat is het niet. Geen dag om binnen te zitten.

Waarom ga je niet op het terras zitten, zegt Indy. Het terras in de haven dat is lekker rustig.
Indy houdt van boten en haven. Daar zou ik over kunnen schrijven en het botenverhaal van Indy linken aan de plezierboten die de Franse oesterbanken bedreigen.
Indy belt. Ze staat voor de deur met haar Chinese pleegzonen van acht en twaalf jaar. Ga je mee naar de film Garfield?
Na de film lopen we naar Specsavers. Indy heeft een bril besteld. Ik wou een rode ronde en nu heb ik een vierkante blauwe gekocht.
En nu?
Nu gaan we komkommers kopen.
Bij de AH?
Nee, bij een speciaal adres. De vader van de Chinese jongens heeft een restaurant en een speciaal adresje waar hij komkommers koopt.
Ga je mee komkommers kopen?
Ik moet een stukje schrijven voor de weblog, voor de hele week want ik heb geen tijd door de week. Wist je dat webloggers hun site vaak gebruiken om aan de man/vrouw te geraken? Daar wil ik niet mee geassocieerd worden. Op een prachtige zaterdag achter je computer zitten om een stukje te schrijven.
Waarom ga je niet op een terrasje zitten om te schrijven. Het terras bij de haven is erg leuk.
Een weblog schijnt een uitstekend medium te zijn om aan de man te geraken.
Dit is geen goed onderwerp. Indy is inbetween relationships.
Een weblog kost toch heel veel tijd, zegt Indy.
Hoeft niet. W. v/d B en Merel Roze die schrijven maar een paar regeltjes per dag. Dat is juist de kunst om maar een paar regels te schrijven en toch lezers te trekken. W. v/d B. schrijft over schroefjes. Hij ziet een schroefje op de grond liggen en verbaasd zich daarover. Dan is hij alweer klaar voor die dag. Jij gaat komkommers kopen, je hebt een vierkante blauwe bril gekocht terwijl je van plan was een rode ronde te kopen en je bent naar Garfield geweest.
En ik heb mijn schoenen naar de schoenmaker gebracht, heb het onkruid uit de tuin van mijn moeder gewied en moet zo dadelijk de koelkast leegruimen want die zit weer vol met eten over de datum heen en dat moet zonder dat ze het merkt anders wordt ze boos want mijn moeder is niet vergeetachtig zegt ze. En vanavond ga ik naar een close-harmony orkest.
Ik moet er niet aan denken om dat allemaal op te schrijven. Wie zit daar op te wachten?
Je aanstaande man.
Het terras bij de haven dat is een goede plek om te zitten zegt Indy.
Volgende week zaterdag ga ik schrijven. De dag is voorbij.
Volgende week zaterdag is het orkest van Servus. Het zigeunerorkest.
Zo wordt het niks met mijn schrijvers carrière.
Ga je mee komkommers kopen?

Ik ga schrijven. Ik zal schrijven over de Sinti, de zigeuners die geen zigeuner genoemd willen worden, maar Sinti of Roma of Kalderasch of Kale of Tschuchare... al naar gelang hun stam. Zoals een Eskimo geen rauw vleeseter genoemd wil worden maar Inuit. Een Neger in Amerika een Afro-American is en een Indiaan liever Indigino genoemd wil worden. Zigeuner is afgeleid van het Ziehender Gauner, wat reizende dief betekent. Ik zal schrijven over hun muziek en hun taal. Die nooit opgeschreven is. Ik zal schrijven over hun gebruiken en geheimen. Ik zal schrijven over het Sinti-feest waar ik toevallig terecht kwam en het verhaal afsluiten met portretten van hun gebeitelde gezichten want want het is goed om tekst geregeld af te wisselen met beeldmateriaal.

Maar eerst zal ik het verhaal afmaken over het nieuwe station Luik Guillemins. Luik Guillemins, het treurige treinstation dat geurt naar oorlog is niet meer. Het station krijgt een facelift, een futuristisch witte overkapping moet het station nieuwe allure geven.
Het verhaal zal eindigen bij de frietkot buiten het station. Het verhaal van de frietkot linkt met een eerdere post over de voorstelling Dochters van King Lear waarin kouwe schotels gemaakt worden met een slap blaadje sla. De post over blaadje sla linkt naar een post over mijn vader die fantaseerde over het openen van een automatiek en die post linkt naar een post over een pas geopende automatiek in NY.
Daarover zal ik een essay schrijven waarin ik betoog dat een automatiek niet trendy en sjiek kan zijn maar aards en greasy is net als de mensen die er komen eten.
Deze post zal geïllustreerd worden met foto's van frietkotten in België want het is goed om tekst geregeld af te wisselen met beeldmateriaal.
Via de frietkot en haar link met de onderkant van de samenleving terug naar het artikel over de Sinti die niet te verwart moeten worden met woonwagenbewoners die geen eigen taal spreken al wordt vaak het bargoens gebruikt. Veel van de Bargoense woorden zijn afkomstig uit het Jiddisch en Hebreeuws, omdat joden voor de Tweede Wereldoorlog een niet onbelangrijke bijdrage leverden aan de Amsterdamse penoze. Een Bargoens synoniem voor onderwereld is penoze, zegt Wikipedia.
Dan zou ik terug kunnen verwijzen naar het boek van Ian Buruma, Occidentalisme, het westen in de ogen van zijn vijanden, maar voordat je het weet heb je het dan over joden haat en als je daarover begint kan je niet de recensie over Zwartboek van Jessica Durlacher in de Haagse Post onvermeld laten waarin Jessica zich opwindt over de genuanceerde visie van Paul Verhoeven op WOII en als je Jessica Durlacher noemt kan je niet om haar man Léon de Winter heen. Zeg Léon de Winter en je kan Joris Luyendijk niet onvermeld laten en zijn boek Het zijn net mensen .
Als je Joris Luyendijk hebt gelezen kan je niet anders dan Eric Cambell's boek Absurdistan bespreken en dan een mening hebben over Gretta Duizenburg die weliswaar de Palestijnse kwestie behartigt maar dat publicitair niet erg handig doet.
Via slechte publiciteit zou ik linken naar een post over de herdenking van 9/11 waarin ik stel dat om doden die onder de aandacht gebracht worden meer gerouwt worden dan onbekende doden. Via die constatering zou ik research gaan doen naar Dyab Abou Jahjah de voormalig leider van Europese Arabische Liga die naar Libanon vertrokken is en zegt dat hij niet de doden van 9/11 herdenkt maar de doden in zijn eigen land die niet op televisie komen.
Via Abu Jaba zou ik een bruggetje terug moeten vinden naar het frietkot en vandaar naar de produktie Hemel boven Berlijn van Toneelgroep Amsterdam.
In het decor staat een frietkot als symbool voor het aardse en witte plastic stoelen als symbool van het globalisme. Ik zal een essay schrijven over de Engelen, de Hemelse Oorlog, Lucifer en de elfen die per ongeluk aan de verkeerde kant terecht zijn gekomen.
Ik zal Ola Mafaalani citeren die zich verbaasd over de toevalligheden die haar overkomen sinds ze zich in Engelen verdiept en ik zal me inhouden om geen essay schrijven over zinvolle coïncidentie van Jung en hoe alles met alles verbonden is. Dat zal ik niet doen. Dat zou hybris zijn.

De dag is voorbij en ik heb een lijstje gemaakt met mogelijke onderwerpen voor de weblog. Sinti en hun muziek, station Luik Guillemins, de schoonheid van een frietkot, de diepere betekenis van de witte plastic stoel, ontroert raken door een slap blaadje sla, de trillingsfrequentie van Engelen en hoe al deze zaken met elkaar verbonden zijn.
De dag is voorbij en ik heb een lijst maar geen weblogstukje geschreven voor de komende week.
Het is beter om beknopt te zijn. Te schrijven over een schroefje op de keukenvloer en je daarover verbazen.
Vier regels! Niet meer!
Al het andere is hybris.

16 september 2006


terug naar de voorpagina >>

13.9.06

Yeah



13 september 2006
more drawings...»

12.9.06

ground zero


more pictures...»

foto's bestellen »



12 september 2006

hybris

Geen stress, sommige mensen kennen geen stress. Ze missen het vermogen zich op te winden.
De man die voor me staat windt zich wel op.
Het ging zo goed, fulmineert hij. Het ging zo goed in NL en nu...nu met die four wheel drives...die auto's...die rijden 1 op 6.
Eén op zes!
Voor me staat een grote-auto-hater. Een grote-auto-hater die het milieu als argument gebruikt om tegen grote auto's te zijn.
Er zijn veel grote-auto-haters vooral zij die er geen hebben.
Ik heb er een. Ik rijd een grote auto.
Waarom rijden mensen in grote auto's?
De man voor me schreeuwt het uit.
Omdat het lekker is, zeg ik. Het is lekker om in een grote auto te rijden en veilig. Een wasmachine. Een magnetron. Een oven. Een droogtrommel. Een blender. Het zegt me niks. Apparaten zeggen me niks. Ik kan zonder, maar een grote auto...
Zeker ook geen afwasmachine, zegt de kwaaie man. Hij onderbreekt zijn woedeaanval op de grote-auto-bezitters.
Je hoeft je niet te verdedigen, zegt hij. Ik wil alleen maar...de REGERING moet er iets aan doen.

Op de radio een item over hybride auto's.
Wat is hybride, vraag ik A.J. die alles weet.
Een hybride auto is een auto die zowel op benzine als elektriciteit rijdt, dat is beter voor het milieu.

hy·bri·de (de ~ (m.), ~n)
1 bastaard => kruising
2 iets dat uit heterogene elementen bestaat

Jij zei dat ik hybride ben omdat ik alles wil weten en overal over schrijf.
Wat jij doet op je weblog dat is niet hybride maar hybris, overmoed.
Hybris (Oud-Grieks: ' Υβρις, meestal uitgesproken als "hubris") is het Oudgriekse woord voor overdreven trots, hoogmoed, grootheidswaanzin, met name tegenover de Griekse goden en/of de goddelijke wereldorde.

Ondertussen worden de namen van de slachtoffers van het World Trade Center opgelezen door de nabestaanden. Het is 11 september 2006. De nabestaanden geven de doden een gezicht. Om doden met een gezicht wordt gehuild. Er zijn veel doden die de televisie niet halen. Ook om hen wordt gerouwd. En er zijn ook doden om wie niemand rouwt. Geen familie, geen buurman, geen vriend, geen kennis. Ze krijgen in Nederland een begrafenis. Een sobere begrafenis. Dichter Menno Wigman vertelt dat in Amsterdam dichters uitgenodigd worden om op een gemeentebegrafenis een gedicht voor te dragen. De begrafenis is om tien uur 's morgens, dat is goedkoper. Er zijn vier dragers, een ambtenaar en een dichter. Dat is mooi. Als ik ooit arm en berooid zal sterven en niemand mijn kist wil dragen, zal er toch een gedicht gelezen worden aan mijn graf, misschien wel door Menno Wigman.
11 september 2006
home

11.9.06

still standing


11 september 2006

9.9.06

muurtje

Hoe beschrijf je een geluid? Het geluid klinkt als iets zwaars dat omvalt. Iets zwaars valt om.
Er valt iets om dat niet hoort om te vallen. Zo klinkt het geluid.
Kijk uit het raam. De auto van Buurman staat op de stoep. Aan zijn bumper hangt een touwtje. Het touwtje zit vast aan een struik.
De struik zit in de grond. Het muurtje dat ervoor stond niet meer. De muur ligt om. Omver getrokken door een touwtje aan een auto.
Hoe beschrijf je een geluid?
Vwoewf. Weg muur. De plant die zijn wortels aan de aarde prijs had moeten geven staat nog stevig op zijn plek.
Buurman en zijn vrouw staren verbaasd naar de muur. Aan de muur zat een hek vast. Een hek naar de oprit. Aan de andere kant een hek naar de voordeur.
De hekken kunnen niet meer dicht. Met één dun touwtje omvergetrokken.
Met dezelfde voortvarendheid waarmee de buren hun huis tot nu toe onberispelijk gehouden hebben ruimen ze het omvergetrokken muurtje op.
Een telefoontje van Buurvrouw tovert twee sterke mannen met stevige armen en witte mouwloze hemden tevoorschijn die het muurtje in no time ontmantelen en opruimen.
De stoep wordt geveegd. De halsstarrige plant blijkt met een flinke ruk ook zonder touwtje en paardenkracht los te laten uit de grond. Buurman en Buurvrouw zetten hem in de bio container. De container is vol. De plant steekt er bovenuit. Als een onwelkom boeket van een vervelende aanbidder. Buurvrouw rolt de groencontainer op de stoep. Wat er ook gebeurt. Hun huis is netjes en zal netjes blijven ook zonder afscheidingsmuur. Buurman begint latten te plaatsen om de muur opnieuw op te metselen. Hij spant een rood/wit lint over de kuil waar eerst zijn muur stond.
Van tijd tot tijd stopt een buurtbewoner voor de muurloze tuin van Buurman. Buurman legt geduldig uit wat er gebeurt is.
Ik ga naar hem toe om mijn sympathie te betuigen. Het was een den, zegt Buurman. Ik wou een den..maar de wortels lieten niet los met de schop.
Vind u het niet vervelend om de hele dag aan mensen uit te leggen wat er gebeurt is, vraag ik Buurman. Hij vind het niet erg. Een muur valt om door eigen toedoen. Buurman en Buurvrouw maken geen ruzie. Ze maken elkaar geen verwijten. Ze raken niet in paniek. Ze moeten er niet eens om lachen. Ze zijn alleen maar verbaasd en misschien dat niet eens...sommige mensen kennen gewoon geen stress.
home

6.9.06

blaadje sla

Kouwe schotel met een blaadje sla. Blaadje sla. Daar is een gedicht over.
Blaadje sla?
Ja, dat gedicht van dat blaadje sla.
Jonge sla. Het is jonge sla in september.
Ach ja, blaadje sla. Daarom kan ik het niet vinden.
Slappe sla en de tuinman en...
Nee niet slappe sla. Jonge sla. Jonge sla in september op vochtige bedjes.
Lees het gedicht nog eens. Jonge sla net gepland. Slap nog in vochtige bedjes. Jonge sla. Slap nog.
Wat heb je gegeten?
Jonge sla. Jonge bladsla met kouwe schotel.



jonge sla

alles kan ik verdragen
het verdorren van bonen
stervende bloemen, het hoekje
aardappelen kan ik met droge ogen
zien rooien, daar ben ik
werkelijk hard in

maar jonge sla in september
net gepland, slap nog
in vochtige bedjes, nee

Rutger Kopland

home

5.9.06

koude schotel

DE DOCHTERS VAN KING LEAR


Een spannende reality-soap die met geen mogelijkheid goed kan aflopen

Moniek Merkx maakt een vrije bewerking van Shakespeare's King Lear. Ze verplaatst het verhaal van het Engelse koninkrijk naar een achenebbisj restaurant en keert het verhaal van Lear binnenstebuiten. In een spannende reality-soap ontmoet je Lear's oudste dochters, die zich van hun meest gemene en wanhopige kant laten zien, en zijn jongste, die de wereld alleen nog maar ziet via haar videocamera. Voor deze camera laten de familieleden hun ware gezichten zien en tonen er hun dubbele agenda's…

Het verhaal
De dochters van Lear wonen bij hun vader. De koning van de Wagenweg noemen ze hem. Hij runt een restaurant, dat in de wijde omtrek bekend staat om z'n overheerlijke koudeschotels. Maar vader Lear is moe en wil z'n bezit over doen aan z'n kinderen. Dat is vragen om problemen. Lear ontpopt zich als een grillige, sentimentele man met losse handjes. En wat doen de dochters vervolgens met zo'n ingewikkelde vader? Hoe kom je van hem af..?


Lear houdt van koude schotel maar de oudste dochter Goneril droomt van vernieuwing.
Goneril
Het wordt tijd dat ik de boel ga overnemen.
Ik ben in de bloei van mijn leven.
Vernieuwing is het woord.
De deur uit met die kouwe schotels.
Ik wil de Franse slag.
Ik droom van Boeuf Bourguignonne [...]
Lear
Dat moet je zo niet doen Goneril.
Een koude schotel moet koud zijn
niet lauw-warm.
Goneril
Dit is geen kouwe schotel, vader.
Dit is een lauw-warme geitenkaassalade. [...]
Lear
Weg met die salade, zeg ik.
En nu mijn lunch.
Goneril
Wat wilt u eten vader?
Lear
Kouwe schotel.


uit: Dochters van Lear Theatergroep Max
regie en tekst: Moniek Merkx
decorontwerp: André Joosten
première 29 oktober 2006 Theater de Veste Delft

Van al dat gepraat over koude schotels krijg je zin in koude schotel.
Mijn vader kon niet koken maar wel koude schotels maken.
Precies zoals het hoort. Niet teveel versiering. Een augurkje. Een half, hardgekookt eitje en een slap blaadje sla.
5 september 2006
home